Samen voor een stevige basis
Praktijkvoorbeelden uit het programma Samen voor een stevige basis: scholen De Sluis en het Greijdanus College
De Sluis (Speciaal basisonderwijs)
Bij De Sluis is het naschoolse aanbod uitgebreid. Het gaat om muziek, drama, bewegen en creativiteit. Hiervoor worden deskundige derden ingezet. Er zijn 2 activiteiten per dag; één voor de bovenbouw, één voor de onderbouw. De ‘Sluiskamer’ is een huiskamer in school. Hier kunnen kinderen uit de bovenbouw naartoe. Door middel van een gevarieerd aanbod leren de kinderen om hun vrije tijd in te vullen en om om te gaan met verantwoordelijkheden. De rol van de coördinator van deze activiteiten wordt groter doordat ze iedereen kent, ook ouders. Dit is een belangrijke factor bij het ‘om het kind heen staan’. Kinderen waar zorgen over zijn, worden gericht benaderd voor deelname aan het aanbod. Ouders komen dichter bij school te staan door de extra contactmomenten. De coördinator is aanspreekpunt voor ouders die even hun verhaal kwijt moeten. Kinderen bloeien op doordat ze een passende hobby ontdekken. De school leert van de betrokken deskundigen om zo aanbod en aanpak in de school te integreren. Alle professionals in de school leren van elkaar, inclusief die van de buitenschoolse opvang. Werkzame elementen: laagdrempeligheid, aanbod dichtbij en gevarieerd.
Greijdanus College
Met het Greijdanus College zetten we in op het verminderen of hanteerbaar maken van angstklachten en depressie. We zetten op school cognitieve gedragstherapie in, uitgevoerd door de jeugd- en gezinswerker sociaal wijkteam (jgw’er) en door Re-Fit. Daarmee voorkomen we schooluitval en specialistische jeugdhulp buiten de school en versterken we mentale weerbaarheid en veerkracht van jongeren.
Casus 1
Een gevoelig meisje dat graag de sfeer goed wil houden en alles op wil lossen loopt vast binnen haar gezin waarin vier gezinsleden autisme hebben. De jgw’er heeft uitleg gegeven over autisme, waardoor het meisje het gedrag om zich heen beter snapt en daardoor minder moe is en zich beter voelt.
Casus 2
Jeugdige geeft aan zich niet prettig te voelen in de klas en angstgevoelens te hebben. Zo durft ze bijvoorbeeld niet op te staan tijdens de les om de klas uit te lopen. Door inzet van cognitieve gedragstherapie heeft jeugdige elke les geoefend met ‘gekke’ opdrachten zoals pennen laten vallen en oprapen en naar de wc gaan en teruglopen. Uiteindelijk verminderden de klachten en voelde ze zich beter in de klas.