OV haltes Haltevoorzieningen

Abri

Basis niveau

  • Bij drukke wachthaltes wordt een abri geplaatst
  • Vrije ruimte in abri naast zitje is  > 0,9x1,4 m

Hoog niveau

  • Er wordt altijd een abri geplaatst bij een wachthalte

Bij instaphaltes is het, aanvullend op een zitvoorziening, wenselijk om een abri te plaatsen. Een abri biedt bescherming tegen regen en wind en zorgt daarmee voor extra comfort.

Fietsvoorzieningen

  • Wanneer er fietsstroken zijn (Op een fietsstrook mag niet gehalteerd worden), wordt een vrijliggende fietsvoorziening gerealiseerd
  • Bij gebiedsontsluitingswegen B (50 km/u) waar op de rijbaan gehalteerd wordt, wordt een vrijliggende fietsvoorziening gerealiseerd
  • Op hoofdfietsroutes, wordt een vrijliggende fietsvoorziening gerealiseerd
  • De bochtstraal voor fietsvoorzieningen is minimaal

Zowel bij haltekommen als bij haltes op de rijbaan is het in sommige situaties wenselijk om vrijliggende fietsvoorzieningen aan te leggen achter de halte langs. Dit is bijvoorbeeld het geval in situaties waar op de rijbaan gehalteerd moet worden waar fietsstroken aanwezig zijn (op fietsstroken mag niet gestopt worden). Vrijliggende fietsvoorzieningen worden ook toegepast op hoofdfietsroutes of op gebiedsontsluitingswegen B, als daar op de rijbaan gehalteerd wordt.

Wanneer gekozen wordt voor vrijliggende fietsvoorzieningen, zijn de boogstralen van het omgeleide fietspad een belangrijk aandachtspunt. Deze moeten voldoende ruim zijn om te voorkomen dat fietsers over de rijbaan van het autoverkeer gaan rijden. De toegepaste boogstraal bepaalt voor een groot deel het ruimtebeslag.

Halte hoogte

  • Hoogteverschil tussen busbaan en halteplaats is 0,18 m

Halte lengte

Basis niveau

  • Halte voor ongelede bus is bij voorkeur 12 m lang, maar minimaal 7 m
  • Halte voor gelede bus is minimaal 18 m lang

Hoog niveau

  • Halte voor ongelede bus is 12 m lang

In Zwolle rijden bussen met verschillende lengtes. De lengte van de halte moet afgestemd zijn op de bus die er halteert.

Haltekommen

  • Op stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen A is het vanwege de snelheid (70 km/u en hoger) wenselijk om te halteren in een haltekom
  • Voor gebiedsontsluitingswegen B (50 km/u) wordt de afweging gemaakt op basis van functie van de weg en de intensiteit

Halteren in een haltekom is goed toepasbaar op wegen met een hoge snelheid en/of intensiteit, zoals stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen A. Ook als om een tijdhalte gaat  of een halte direct na een kruising ligt –al dan niet met verkeerslichten_ kan het wenselijk zijn om te kiezen voor een haltekom. Het is echter belangrijk om een goede afweging te maken of een haltekom noodzakelijk is. Halteren in een haltekom neemt namelijk veel ruimte in. 

In sommige gevallen kan het wenselijk zijn om vrijliggende fietsvoorzieningen aan te leggen achter de halte langs.

Halteren op rijbaan

  • Op 30 km/u wegen en gebiedsontsluitingswegen met een beperkte verkeersfunctie (wijkontsluitingswegen)

Op 30 km/u wegen wordt in principe altijd op de rijbaan gehalteerd. Ook op gebiedsontsluitingswegen met een relatief beperkte verkeersfunctie (wijkontsluitingswegen) is halteren op de rijbaan geen bezwaar. Ook voor de parkeerring rond het centrum geldt dat het acceptabel is dat autoverkeer zo nu en dan op de bus moet wachten, mede omdat bij halteren in een haltekom bussen in de huidige situatie moeite hebben om weg te komen.

In sommige gevallen kan het wenselijk zijn om vrijliggende fietsvoorzieningen aan te leggen achter de halte langs.

Zitvoorzieningen

Basis niveau

  • Een zitelement is wenselijk
  • Zithoogte zit tussen 0,45 en 0,55 m
  • Vrije diepte van zitje > 0,3 m

Hoog niveau

  • Een zitelement is vereist

Bij instaphaltes -waar gewacht moet worden-, is het wenselijk dat een zitvoorziening wordt geplaatst. Daarbij moet ook ruimte zijn voor een rolstoel of rollator.